7 januari 2010
De gebeurtenissen van gisteren gonzen nog na in onze hoofden. Het was een bewogen dag die iets meer duidelijkheid heeft gebracht. Duidelijkheid die aan de ene kant oplucht, maar aan de andere kant een stukje angst heeft bevestigd.
Gisteren was Kalle weer terug op zijn geboortegewicht. Stiekem hoop ik dat dat met de melk te maken heeft die hij van mij krijgt. Want inderdaad - die mag hij tóch gewoon hebben. De infectioloog was ervan overtuigd dat er geen salmonella in zit. En de kweek van de melk liet ook geen afwijkingen zien. De flessen die in de prullenbak zijn beland hadden gewoon in de vriezer mogen blijven staan. Wat ontzettend zonde. En wat ráákt het mij dat mijn melk is weggegooid.
De infectiewaardes in Kalle's bloed gaan weliswaar de goed kant op, maar zijn nog steeds torenhoog. Elke ochtend vragen we naar deze 'CRP'. Het is zo fijn om iets concreets in handen te hebben, een bewijs daarvoor dat Kalle aan het herstellen is. De artsen en verpleegkundigen benadrukken wel steeds dat we niet te veel naar waardes, getallen moeten kijken. Het is minstens net zo belangrijk om te observeren hoe hij overkomt. Is hij rustig of onrustig? Ademt hij moeiljk of makkelijk? Dat soort dingen. Het is waar dat we nogal de neiging hebben om met de ogen aan Kalle's monitor gekluisterd te zitten. Elke verandering in negatieve zin laat mijn hart sneller slaan en veroorzaakt paniek. Terwijl het soms gewoon een meetfout is of een verandering die binnen de marge valt.
De verpleegkundigen hadden al gezegd dat er een soort 'raket' zou komen die Kalle voor de MRI-scan zou ophalen. We konden ons er weinig bij voorstellen. Maar inderdaad. Toen de raket gisteren werd binnengereden begrepen we waar de naam vandaan komt. Kalle werd in soort langwerpige couveuse gelegd, een nauwe buis die er nogal hightech uitzag (en vast ook is). Hij kreeg oorbeschermers op. Een extra medicijn moest helpen om stil te leggen. Het geluid van een MRI blijkt namelijk nogal oorverdovend te zijn.
'Komt u mee naar de ouderkamer?', vroeg Dr. G. niet al te lang na de scan. We gingen zitten, met ingehouden adem. Ik probeerde zijn nonverbale communicatie te interpreteren nog voordat hij begon te vertellen wat ze hadden gezien. 'We zijn mild positief', zei hij snel, om de spanning weg te halen. Op de scan was te zien dat de infectie de hersenen van ons inmiddels elf dagen oud baby'tje had bereikt. Er waren wat beginnende beschadigingen te zien, maar het was nog niet te voorspellen hoe het er uiteindelijk uit zou komen te zien.
'Ik denk dat hij wel een iets tragere leerling zou worden', zei Dr. G. Ik moest lachen. 'We hoeven echt geen professor als zoon te hebben, hoor! Als hij maar op zijn manier gelukkig kan zijn!' Dr. G. gaat er vanuit dat Kalle later gewoon zelfstandig zou kunnen leven. Want de beschadigingen liggen zo dat de andere hersenhelft de ontbrekende functies zeer waarschijnlijk zal overnemen. Het motorische gebied is zo goed als onbeschadigd tot nu toe. Wel bestaat er een kans van 1:3 dat hij t.z.t epilepsie ontwikkelt. Maar daar dealen we dan ook gewoon me, toch? Daar heb je immers gewoon medicijnen voor.
Er viel een last van onze schouders. Als dát het is....! Beschadigingen, okay, niet fijn. Maar 'een wat tragere leerling'. Waar hébben we het over?! Het allerbelangrijkste is dat Kalle gelukkig is. Hoe dan ook. Liefst met een fijn, rijk leven. Maar als het iets minder dan gemiddeld is, ach....
Misschien was de MRI eigenlijk een beetje te veel voor Kalle. Want in de avond kreeg hij ineens wat trekkingen. Der artsen hebben hem meteen extra medicatie gegeven waardoor hij rustig ging slapen.
Ik kijk er zo naar uit om mijn baby weer te mogen vasthouden, net als toen we thuis waren. Mijn oermoeder-gevoel schreeuwt naar knuffelen met Kalle. Naar heerlijk vastpakken, ruiken, het zachte huidje strelen. Maar na een hersenvliesontsteking kunnen kindjes weinig prikkels verdragen. Het is snel te veel. De verpleegkundigen zijn speciaal opgeleid om de verzorging op een zo prettig mogelijke manier te kunnen doen: volgens de NIDCAP-methode. Het is fascinerend om te zien hoe voorzichtig en bewust ze alles doen.
Voor het vasthouden - 'buidelen', zoals ze het hier noemen - is het denk ik nog net iets te vroeg. En kalle's gezondheid is 1000 keer belangrijker dan ons verlangen naar lichamelijk contact.
Net als gisteren zitten we ook vandaag weer de hele dag bij ons zoontje. We wachten. Wachten op verbetering. Naast hem ligt het witte zachte knuffelkonijn dat hij van vriendin J. en haar familie heeft gekregen. Haar man en zij zijn allebei arts, dus het konijn móet een goede invloed op Kalle's genezing hebben.
Elke dag hopen we op een stukje verbetering. Gisteren heeft Kalle bij het uitzuigen van zijn neus en keel voor het eerst weer een klein geluidje laten horen. Een protest-geluidje. Met zoiets kleins kunnen we al zo intens blij zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten