ICN van buiten (2e rij ramen van boven) |
Professor Dr. G. is niet alleen de hoofdverantwoordelijke behandelaar van Kalle, maar ook dé man van de echo's. Hij rijdt het grote echo-apparaat naar binnen, smeert Kalle gel op zijn mooie hoofdje en kijkt door de fontanel heen naar de twee bovenste hersenkamers. Kalle vindt dat niet prettig. Bij een hersenvliesontsteking is alles gevoelig, zeker het hoofd. Er zit door de ontsteking vaak meer vocht in de kamers. De fontanel voelt dan wat boller, strakker. Zo ook bij Kalle. Dr. G. meet de hersenkamers op. Ze zijn groter dan normaal, een teken dat de druk in het hoofd ook groter is dan zou moeten. Voorlopig wil hij nog geen actie ondernemen. Hij gaat ervan uit dat de kamers vanzelf weer slinken als de infectie eenmaal onder controle is.
Het is een rare gewaarwoording om in het hoofd van je eigen kind te kijken. Ik zou zo ontzettend graag zijn gedachten kunnen lezen. Ondanks zijn heftige ziekte heb ik soms het idee dat ik hem 'hoor'. Ik denk te horen dat hij hoofdpijn heeft en dat ik hem moet helpen. 'Mama! Mama!' Het is fijn om deze connectie te voelen, maar ik besef wel degelijk dat dit net zo goed wishful thinking is.
Op de gang komt Jan Dr. G. tegen. 'Zeg het maar liever niet tegen uw vrouw, want ze zal zich misschien schuldig voelen. We weten eindelijk hoe het zit. Kalle's hersenvliesontsteking wordt veroorzaakt door een salmonella. Dat is uit zijn kweek gekomen. Dit is dezelfde bacterie die uw vrouw voor de bevalling zo ziek heeft gemaakt.'
Na tig tevergeefse pogingen had Dr. G. eindelijk van iemand in het andere ziekenhuis te horen gekregen wat de uitslag van mijn kweek is. De uitslag waar wij zélf meerdere keren om hebben gevraagd. De uitslag die ons nooit is verteld. Waardoor wij dachten 'geen bericht = goed bericht'.
Salmonella |
Kort daarop heeft Dr. G. een nog ongelooflijkere mededeling:
'De uitslag was al op 30 december voorlopig bekend, en op de 31e definitief. Hebben ze echt niets tegen u gezegd?'
Er schiet van alles door ons heen. Dáár kwamen dus die vreselijke krampen vandaan. Dáárom voelde ik me zo beroerd. En... 'voorlopig bekend op de 30e'? Dus twee dagen na de bevalling, op de dag dat wij met een ogenschijnlijk gezond kind uit het ziekenhuis werden ontslagen?? Hoe kán dat? Waarom heeft niemand de uitslag opgezocht, terwijl we er wel degelijk een aantal keer naar vroegen? Waarom is er niets mee gedaan? En: Hadden we deze nachtmerrie dus kunnen voorkomen?
Als we hadden geweten dat Kalle mogelijk besmet zou kunnen zijn tijdens de geboorte, dan hadden we eerder aan de bel getrokken!
Dan hadden we goede instructies kunnen krijgen op welke signalen wij moeten letten.
Dan had er een vervolgafspraak gemaakt kunnen worden.
Dan hadden we al eerder C. om advies gevraagd. Zij was ongetwijfeld een keer langsgekomen en had Kalle kunnen onderzoeken.
Dan had Kalle preventief antibiotika kunnen krijgen.
Dan hadden wij en de kraamverzorgster de hogere huiltjes op de dag voordat Kalle ziek werd anders geïnterpreteerd.
Dan hadden we hem vaker getemperatuurd.
Dan was ik niet urenlang met een huilende Kalle door de woonkamer gelopen in de nacht voordat hij zo ziek werd.
Dan had hij hoe dan ook vroeger behandeld kunnen worden.
Dan had hij hier waarschijnlijk niet zo voor zijn leven hoeven vechten. Want bij een meningitis kunnen enkele uren het verschil tussen leven en dood betekenen, weten we inmiddels.
Kalle is dus zo ziek geworden door een bacterie die ik bij me droeg. Of misschien wel nog steeds draag. Ik begrijp dat een Salmonella soms maanden in je lijf blijft. 'Zeg het maar liever niet tegen uw vrouw, want ze zal zich misschien schuldig voelen', had Dr. G. tegen Jan gezegd. Ik wuif deze uitspraak weg. Ik heb het immers niet expres gedaan, zegt mijn rationele Ik.
Ineens ontstaan er twijfels bij de artsen of Kalle mijn moedermelk wel mag hebben. Want misschien is die ook besmet en wordt de infectie daardoor alleen maar in stand gehouden. Kalle krijgt inmiddels kleine beetjes voeding door een neussonde, een slangetje dat via zijn neus in zijn maag zit. De artsen moeten het goed uitzoeken, maar nemen het zekere voor het onzekere. Even geen moedermelk meer. Het kolven gaat gewoon door.
Als ik 's avonds twee flessen in de vriezer op de IC wil leggen zie ik dat mijn hele voorraad is verdwenen. Diegene op de afdeling die verantwoordelijk is voor de voeding heeft alles weggegooid. Een misverstand. Want het is niet gezegd dat Kalle mijn melk niet mag hebben. Ik moet huilen. Er is zo weinig wat wij voor hem kunnen doen. Daarom was ik zó blij dat ik hem in elk geval iets van mij kon geven. En nu zijn tig flessen vernietigd. Weg. Het voelt verschrikkelijk.
We zitten naast Kalle's bed en kijken naar hem. Jan schrijft iets in zijn boekje. Ik teken vrolijke dingen op het whiteboard aan de muur. We houden de moed erin. 'Weltrusten, Kalletje. Tot morgen!'
Ik heb al je blogs over vijf jaar geleden gelezen, en voel de behoefte om je te schrijven dat het boeiend is (zeer goed geschreven ook) en erg aangrijpend. Ik heb gehuild. Ik kan me voorstellen dat je je wel eens afvraagt (zoals je ook ergens beschrijft) of je niet met je verdriet te koop loopt. Maar ik hoop dat je dan beseft dat het, ook voor complete buitenstaanders als ikzelf, zeer de moeite waard is om te lezen. En voor mensen die ook getroffen zijn door soortgelijke ervaringen zal het tot steun en troost zijn. Ik wens jullie een goed nieuwjaar, met meer lichtpuntjes dan de afgelopen jaren. Ik heb trouwens nog steeds iets liggen hier voor jou dat Jan ons (volgens mij in de zomer van 2009) vroeg mee uit Austin te nemen. Ik zal het naar jullie opsturen als je me even je adres mailt via facebook of email.
BeantwoordenVerwijderenArianne Knegt