Ik snap heus wel dat we niet de hele nacht naast Kalle's bedje kunnen zitten. Ook al zouden we wel willen. Het voelt zo onnatuurlijk om Kalle achter te laten. Maar we moeten uitrusten. 'Kalle heeft er niets aan als jullie door jullie hoeven zakken', zeggen de verpleegkundigen. Tss...uitrusten... Alsof dat lukt. Maar inderdaad: voor het gemak zou ik bijna vergeten dat ik pas een week geleden bevallen ben, dat ik veel bloed ben verloren, transfusies heb gehad, ben geopereerd. Ik voel het allemaal niet meer.
We zijn dus 'braaf' gaan liggen, maar staan helemaal in de alert-stand. Om een uur of 2 hou ik het niet meer vol. Ik moet bellen, wil weten hoe het gaat. Kalle's toestand is niet verslechterd, maar daar is ook alles mee gezegd. We proberen verder te slapen nadat de verpleegkundige heeft beloofd metéén te bellen als er iets verandert.

Bij binnenkomst op de IC kijken we naar het whitebord dat rechts hangt. Daar staan de namen van de kindjes die zijn opgenomen en de naam van de verpleegkundige die vandaag voor dat kindje zorgt. Ik teken een zonnetje naast Kalle's naam, bijna als een soort bezwering. Er is weinig zonneschijn te bekennen op deze IC. We zien vermoeide en verdrietige ouders die weinig praten en kindjes zo klein dat je ze makkelijk met één hand zou kunnen optillen.

De verpleegkundigen zijn allemaal erg aardig. Aardig, empathisch en vooral kundig. We hebben het idee dat Kalle op geen betere plek zou kunnen liggen in deze situatie. De verpleegkundige die nu voor Kalle verantwoordelijk is stelt voor om een dagboekje bij te houden. Per dag schrijft zij of een van haar collega's op wat er is gebeurd en hoe het gaat. 'Fijn voor later'. Ik rij snel naar de HEMA om een mooi boekje te kopen.

We komen C. tegen, de Duitse kinderarts die we via vrienden kennen en die toevallig precies op deze IC Neonatologie werkt. Een weerzien hadden we ons echt anders voorgesteld. Eigenlijk hadden we deze week gewoon willen afspreken, nog even snel voor de bevalling die eigenlijk pas rond 15 januari had zullen plaatsvinden. Maar daar is het dus niet meer van gekomen. Ik merk dat ze het zelf ook een gekke situatie vindt en dat het haar aangrijpt. Het voelt geruststellend om met een bekende te kunnen praten. En ook nog in mijn moedertaal. Ze belooft achter de uitslag van mijn kweek aan te gaan. Daar hebben we nog steeds niets over gehoord. Maar we voelen intuïtief dat mijn ziekte en Kalle's ziekte iets met elkaar te maken hebben.


Moe en met pijn in ons hart gaan we in de avond naar huis. Het huis waar onze lieve Kalle hoort te liggen. Waar we vermoeid opstaan als hij honger heeft en daarom huilt. Waar we de hele dag met hem kunnen knuffelen en alles gewoon gaat zoals het hoort te gaan.
Waar zijn wiegje leeg is, zo verschrikkelijk leeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten