1 januari 2009
Op tv tellen ze af van tien naar nul. Dan is het 00:00 uur. 1 januari, een nieuw jaar. Ons eerste jaar als gezin. We omhelzen elkaar. Kalle is wakker. Jan gaat even naar buiten om ook de buren een fijn jaar te wensen. En vast ook stiekem om op te scheppen over zijn prachtige zoon. Ik loop boven in de slaapkamer met Kalle op de arm. Het licht staat uit. Uit het niets bekruipt mij een raar gevoel. Is het angst? De typische angst die elke moeder ooit voor het eerst voelt? Ik voel me onrustig en vraag Jan om weer naar binnen te komen.
Jan heeft de laatste uren van de nacht heerlijk met Kalle in de arm geslapen. Ik smelt als ik mijn twee mannen zo bij elkaar zie liggen. Dit is nou geluk, ultiem geluk. Ik krijg tranen in mijn ogen en maak een foto om dit moment voor altijd vast te leggen. Dit wil ik nooit meer kwijt.
Om 8:30 uur komt onze lieve kraamverzorgster weer. Het is fijn om te weten dat iemand meekijkt die zo veel meer verstand heeft van kleine baby's dan wij. Het gaat ons goed af, maar het voelt gewoon veilig. Ze verzorgt Kalle een beetje, temperatuurt hem en geeft nog wat tips over de borstvoeding. En ze vertelt ons over huiltjes. 'Als zulke kleintjes ineens hogere huiltjes laten horen kán dat een teken voor ziekte zijn', zegt ze.
Later op de dag moet ik aan haar woorden terug denken. Kalle huilt en ik vind het anders klinken. Inderdaad, hoger. 'Zijn dat de huiltjes waar je het over had?', vraag ik. Ze schud haar hoofd. 'Nee, ik vind dit niet verdacht klinken', antwoordt ze.
Ik denk er niet meer over na. Ook niet als Kalle best veel onrust vertoont.
'Kalle vandaag wat onrustig. Flinke darmkrampjes' schrijft de kraamverzorgster in het kraamverslag. Ze noteert ook weer dat hij er 'wat geel' uitziet. Om 15 uur gaat ze naar huis.
We krijgen bezoek van lieve vrienden die ons Kalletje komen bewonderen. Wat zijn we trots. Dát is nou onze zoon!
Het voeden gaat moeizaam omdat Kalle zo onrustig is. Ik noteer het in het kraamverslag: 'Aanleggen moeilijk door krampjes/boertjes'.
Kalle fabriceert de rest van de dag een heleboel poepluiers. Hij drinkt om de twee, drie uur. De laatste keer om 23:30 uur. Slapen wil hij daarna niet. Hij is nu erg onrustig en blijft maar huilen.
Ik zeg Jan dat hij naar bed kan gaan en begin in de woonkamer op en neer te lopen. De liedjes die ik voor Kalle zing helpen niet. Het lopen ook niet. 'Het hoort er nou eenmaal bij', denk ik. 'Baby's huilen gewoon.' Ik vind het sneu voor mijn lieve Kalle, maar ik ben bij hem, uiteindelijk komt het echt wel goed. Ik ben zijn moeder en ik zal hem troosten. Dat is mijn taak die ik ondanks mijn eigen vermoeidheid met alle liefde van de wereld uitvoer.
'Schlaf, Kindchen, schlaf', zing ik terwijl ik Kalletje tijdens het lopen zachtjes heen en weer wieg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten