Wow! We mogen naar huis! Ik ben aardig opgeknapt en het gaat goed met onze lieve kleine Kalle. Natuurlijk voel ik me na een zo heftige bevalling nog niet top. Maar het gaat. En vooral: We hebben er zo veel zin in om ons kindje mee naar huis te nemen. Naar óns huis!
We wikkelen Kalle in het groene badstoffen omslagdoek dat ik voor hem heb gekocht. En dan gaat hij voor de eerste keer in de maxi cosi. Oh, wat zijn we er klaar voor om te vertrekken!
Bij het ontslaggesprek is de uitslag van de kweek nog steeds niet bekend. We maken ons geen zorgen. Een besmetting met een of andere bacterie of een virus zouden we immers wel te horen krijgen. En dan zouden ze ons vertellen wat we moeten doen.
Ik rij voor de zekerheid zittend in een rolstoel richting uitgang van het ziekenhuis. Mijn kindje veilig in de maxi cosi die ik op mijn schoot heb geparkeerd. Glunderend van trots rijden we door de gangen. Iedereen mag je zien, mijn Kalletje. Kijk maar goed, mensen! Dit is MIJN zoon! Mijn prachtige, kerngezonde zoon met een toekomst van goud. Wij zullen hem alles geven wat hij nodig heeft om een fijn, gelukkig leven te hebben. Om helemaal zichzelf te kunnen zijn. Om liefde te kunnen geven en liefde te kunnen ontvangen. Zoals Jan en ik maanden geleden in de 'Elvis-files' hebben opgeschreven. Als een soort intentieverklaring, een liefdevolle opsomming van wensen en doelen:
Jan gaat de auto halen. Ik zit in de rolstoel onderaan de trap te wachten. Ik zuig het alles in me op. Dit is nou zo'n moment dat nooit meer terugkomt. Een moment dat je nooit meer vergeet. Daar in dat hoekje naast de trap stroomt het oer-moedergevoel op volle kracht door mijn aderen. De mensen die langs me heen lopen en vertederd naar het prachtige kindje op mijn schoot kijken lijken in slow motion te bewegen. De geluiden van de drukke ziekenhuishal kaatsen af aan de stolp waaronder wij ons met z'n tweeën bevinden.
Dan rijden we naar huis. Voor het eerst alleen met ons kindje. Voor het eerst als gezin. Het is spannend, maar het voelt zó goed.
De buren hebben een zelfgemaakte slinger van blauwe en groene rondjes opgehangen. 'Welkom Kalle'. Op elk rondje staat een letter. Wat lief.
'Dit is jouw thuis, Kalletje!', vertellen we hem. 'We gaan het hier heel fijn hebben, papa, mama en jij.' We laten hem zijn kamer zien, met daarin een heerlijk hangwiegje. Net als het behangen en verven van de muren voelde ook het bouwen van de standaard voor het wiegje erg fijn. Het is iets wat ik speciaal voor mijn kindje heb gemaakt. Met elk schroefje heb ik een portie liefde in het hout gedraaid.
De kraamverzorgster komt voor het eerst. Een aardige, ervaren dame die goed voor ons allebei zorgt en gelukkig niet de hele tijd kwebbelt.
Als ze weg is begint het pas écht tot ons door te dringen... Met z'n drieën staan we voor de grote spiegel in de keuken. 'Zijn we nu een echt gezinnetje?', vraag ik aan Jan.
'Ja', antwoordt hij. 'Nu zijn we een écht gezinnetje.'
Verliefd kijken we naar onze zoon.
Hij drinkt wat, plast en poept. Als het zó makkelijk is wil ik er nog wel een paar! Later leggen we hem op de bank. Dat wiegje op z'n eigen kamer komt nog wel. Nu eerst maar eens lekker dichtbij.
Ik vul de ontbrekende gegevens in op het geboortekaartje dat ik al een tijd geleden heb ontworpen en plaats de bestelling bij iDrukker.
Alles klopt. Laat maar komen, die toekomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten