zondag 28 december 2014

Vijf jaar geleden - 28 december 2009

28 december 2009

De slaapmedicatie die ik 's avonds heb gekregen heeft gewerkt. Ik was zowaar een paar uur onder zeil. Om 2:15 uur wordt ik wakker van nattigheid. Ik weet meteen wat er aan de hand is: de vliezen zijn gebroken. Ik roep de zuster. Ze kijkt en doet een soort mini-vreugde-dansje dat ik maar raar vind. Ze bevestigt wat ik ook al had gezien: de baby heeft in het vruchtwater gepoept. Maar kennelijk is dat geen reden tot paniek. Ik bel Jan en praat alsof ik dronken en. Dan wordt ik onderzocht en mag nog even verderslapen, wat matig lukt. Ik voel me nog steeds niet goed.

De komende uren beginnen de weeën. Het blijft lastig om me over te geven aan de situatie, ook al besef ik dat er nu echt geen weg terug is. De pijn van de naderende bevalling komt nog bovenop de pijn die ik toch al heb. Ik vond mezelf altijd best een bikkel, maar DIT ... Ik krijg een infuusnaald in mijn hand en mag zelf op een knopje drukken als het me te veel wordt. De pijnstiller wordt dan automatisch door het infuus gepompt. Het haalt de scherpe randjes eraf. Een kleine opluchting.

Iets na 10 uur wordt ik de verloskamer ingereden en kan het beginnen. Mijn baby. 'Elvis'. Ik mag je zo in mijn armen sluiten. De pijnstiller lijkt nauwelijks meer te helpen. Als ik naar mijn arm kijk weet ik waarom: het infuus zit kennelijk niet goed. Ik heb een grote bult op mijn arm. De vloeistof is niet in mijn vaten terecht gekomen, maar gewoon onder de huid.

De kamer staat vol met mensen die ik nog nooit heb gezien. Alleen mijn eigen verloskundige die inmiddels is gearriveerd en Jan zijn me vertrouwd. Kennelijk hoort dat zo. En wat kan ik er ook aan doen?
Ik ben zo vreselijk kwetsbaar. Nog steeds voel ik dat dit verkeerd is. Ik wil dit niet. Deze mensen overschrijden - hoe goed hun bedoelingen ook zijn - mijn grenzen. En ik schrik van de oerkracht van mijn lijf, van het gebrek aan controle over de situatie. Wat doen ze ons aan, mijn lief baby'tje?



De harttonen van de baby dalen af en toe net iets te ver, begrijp ik. Ik ben bang. De mij onbekende arts die tussen mijn benen heeft plaatsgenomen zegt iets over een elektrode die ze op het hoofd van mijn baby wil plaatsen. Zo wil ze het zuurstofgehalte in zijn bloed controleren. Na heel wat gefriemel loopt een zuster naar buiten om het bloed door een machine te laten analyseren. Na een tijdje komt ze terug, zonder resultaat. 'De machine komt niet uit de callibratie-stand', horen we haar zeggen. Het stelt allemaal niet gerust.

Na ruim een uur persen en aan het eind van mijn kracht is het moment daar. Ons eerste kindje komt op de wereld. Kalle. Kalle Elvis Markowski. 2650 gram. Meteen wordt duidelijk waarom zijn harttonen steeds daalden. De navelstreng zat twee keer om zijn nek gewikkeld. Na een wat trage start en een paar korte onderzoeken mag ik hem eindelijk vasthouden. Kalle is nog mooier dan we hadden gedacht. Alle spanning valt van ons af.




Helaas duurt dat niet lang. Ik verlies anderhalf liter bloed omdat de placenta niet wil komen. Nog zo'n teken van mijn lijf dat dit allemaal te vroeg was, denk ik. De verloskundige trekt voorzichtig aan de navelstreng. Ik voel iets van binnen knappen. Ze houdt de navelstreng los in haar handen. Dat was niet de bedoeling. Ze duwt stevig op mijn buik en veroorzaakt een scene die in een horrorfilm niet zou misstaan. Zonder succes.




Met spoed wordt ik naar een operatiekamer gereden terwijl mijn baby bij zijn trotse vader achterblijft. Daar is Kalle veilig. Kennelijk is de operatie lastiger dan verwacht. De gynaecologe moet mij behoorlijk oplappen. Ik krijg twee bloedtransfusies. Jan maakt zich zorgen, want ik blijf niet een half uur of uur weg, maar tweeënhalf uur. Maar dan is het klaar. Met z'n drieën - met z'n drieën! -gaan we naar een eenpersoonskamer.

De roes van de narcose en de uitputting van de afgelopen week eisen hun tol. Ik ben er nauwelijks bij, heb geen enkel besef van tijd. De echt heftige pijn in mijn buik is gelukkig verdwenen. We informeren nog naar de uitslag van de kweek die twee dagen eerder bij mij is afgenomen. Maar die is nog niet bekend, wordt ons verteld.

Ik hou mijn kindje vast, probeer borstvoeding te geven. Als dat niet lukt probeer ik het met een cupje. Een vriend heeft een pak Duitse multivitaminesap opgehaald dat bij ons thuis stond. Daar heb ik zin in. Voorzichtig eet ik wat. Ik ben beduusd van alles en kan nog niet bevatten dat ik moeder ben. Moeder van een prachtig, mooi, lief, helemaal perfect kindje. Moeder van Kalle.

Alles is goed.



1 opmerking:

  1. Ik word er helemaal akelig van als ik het lees, maar merk ook dat ik ergens nog hoop dat het goed af zal lopen. Idioot hoe dat werkt.
    Ik vind het heel dapper dat je het allemaal opschrijft en ik hoop (en denk) dat het op wat voor manier dan ook uiteindelijk wat lucht en ruimte zal geven, al zal het nu als een martelgang voelen.
    En mensen die denken 'daar heb je haar weer met dat gehandicapte kind', die zakken er maar in.

    Veel liefs,
    Merel

    BeantwoordenVerwijderen